Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

WEERSPREUKEN

JUNI


Bening, Simon; ca 1515; Da Costa Hours; Brugge
Morgan Library & Museum

GEDICHT

 

Aanschouw hoe 't zonnewezen
onzegbaar schoon voor dezen,
nu immers schoonst van al,
allengskens zinken zal.

(Guido Gezelle)

Doch zelfs dan, hoe mooi 't ook lijkt,
Is 't vaste weer nog niet bereikt.
Hebt ge een zomerse reunie,
Zet 't niet op 6 of 7 Juni.
De strenge koude-wind-despoot
Geeft dan zijn laatste degenstoot.
Dan gaat het zoeken, en, o wonder
De warmte komt soms met wat donder.
Ofschoon het ook wel vaak begon:
Wat broeiig, nevelig, zonder zon.

De dagen worden warm of zoel,
De avonden zijn toch nog koel.
De zeventiende is dat uit:
Een nieuw seizoen, een nieuw geluid!
Dan is er warmte, zo geen hitte,
Ge kunt nu 's avonds buiten zitten.
Geen koude wind zal u genaken;
Hoort hoe de kikkers buiten kwaken!
Gaat nu 't rosarium bekijken,
Hoe of op 't schoonst de rozen prijken.
Nu nadert ook de langste dag,
Die knal-heet dikwijls wezen mag.

Sint Jan, en ook Sint Piet en Pau
Staan geen van allen in de kou.
Het is het droog en warm seizoen,
Dat nu een tijd zijn best gaat doen.
Gij brengt nu maar, zo gauw als 't kali,
Uw paraplu naar Ome Jan.
Gij ziet wat wolken aan de kim?
Straks is 't nog maar een ijle schim.
Dat duurt nu voort meer dan 4 weken
Zelis donder kan het weer niet breken.
Een Nurks die zijn tuin begiet
Zegt al: "komt nu de regen niet?"

(P. de Haas)

 

 

WEERSPREUKEN JUNI

 

Als het in juni veel dondert, 
komt er een overvloed van koren.

Blaast juni uit de noordkant,
veel koren dan op het land.
   
In juni dondergevaar, 
betekent een vruchtbaar jaar.
In juni weinig regen,
voorspeld een grote zegen.
   
Donderweer in juni maakt het koren dik. Juni meer droog dan nat,
vult de schuur en ook het vat.
   
Hoort ge in juni de donder kraken,
dan maakt de boer vast goede zaken.
Juni meer droog dan nat,
vult goede wijn het vat.
   
Hoort ge in juni de donder kraken,
dan maakt de boer slechte zaken.
Let op het contrast met de vorige spreuk
Niet te koel, 
niet te zwoel, 
niet te nat en niet te droog, 
juni vult de schuren hoog.
   
Zware onweders baren dikke korenaren. Juni regen
is god zegen, 
komt de zon daar bij,
dan maakt hij boer en stadslui blij.
   
Dondert het in de junimaand,
is 't koren goed en 't vee ververst hare vrucht.
Te veel koude regens in juni, schaden wijn en bijenstok.
   
Juni met veel donder,
brengt de oogst ten onder.
In juni veel regen,
komt wijngaard en bijen ongelegen.
   
Het onweer in juni zuivert de lucht. Als het veel in juni regent,
de Heer de oogst niet zegent.
Als de noordenwind in juni gaat,
dan komt het onweer vrij laat.
Juni weer, december weer.
   
Waait in juni de noordenwind over het land,
dan krijgt de boer veel koren in het land.
Is juni goed, dan ook december.
   
Blaast in juni uit de noorderkant,
verwacht veel koren dan op 't land.
Een wei die in juni niets geeft,
is niet waard dat ze leeft.
   
Leent noorden wind aan juni de hand,
zo waait hij het koren in het land.
Op juni komt het aan,
of de oogst zal bestaan.
   
Als het koud en nat in juni is,
dan is het de rest van het jaar ook mis.
Een boom in juni geplant,
geeft vijftig in een hand
   
Juni nat en koud is vast het hele jaar slecht. Is de lucht 's nachts opgeklaard,
mogelijk zich nog een nachtvorst openbaart.
Juni nat en koud,
meest van het hele jaar ellende brouwt.
Is er in juni pas zonneschijn,
dan wordt de zomer erg klein maar fijn.
   
Als in juni vocht en koude kwelt,
dat wis voor 't hele jaar niets goeds voorspelt.
Zo heet het is in juni,
zo koud het is in december.
   
Is juni koud en nat, wordt alles slecht en duur. Gaat Juni goed voorbij,
dan is men in juli nog blij.
   
Is juni koud en nat,
de boer zijn zak is plat.
Juni vochtig en warm,
dan maakt ze de boeren niet arm.
   
Als een kat over het gers van een stuk afgemaaid land heenrent, hoeft de boer zich geen zorgen te maken over het hooi omdat het niet zal gaan regenen.
 
 

MERKELDAGEN

 

01 jun

 

 
Is de eerste juni regenachtig,
heel de maand is twijfelachtig.
 

08 jun

MEDARDUS

Medardus met zijn regen,
hou je in zes weken niet tegen.
Als St. Medardus zijn sluizen openzet,
is er voor zes weken weinig pret.
   
Wat St. Medardus geeft, droog of nat,
zes weken duurt het, dit of dat.
Zoals St. Medardus het weder vindt,
blijft het zes weken met zijn wind.
   
Als het op Medardusdag regent, regent het zes weken alle dagen.
Op St. Medardus, voor ons zonden,
regent het dikwijls katten en honden.
   
Regen op St. Medaar,
zes weken te voor of zes weken er naar.
Wat St Medaar geeft voor weer,
brengt hij ook in de oogsttijd weer.
   
St. Medard geeft zijn zegen,
met zes weken wind en regen.
St. Medardus van omhoge,
laat beneden hier het weer droge.
   
St. Medardus, de grote pisser St. Medardus hoog (noordenwind),
maakt de aarde droog.
   
Als Medardus pist, regent het zes weken aan een stuk. Het weer van St. Medardus feest,
heerst in de oogsttijd wel het meest.
   
Was. St. Petrus een grote visser,
St. Medardus is een grote pisser.
Zoekt St. Medardus in regen troost,
dan zendt hij die ook in de oogst.
   
Valt op St. Medardus regen,
ge houdt hem in zes weken niet tegen.
 

10 jun

MARGARETHA VAN SCHOTLAND

Heeft Magriet geen zonneschijn,
dan zal het een natte zomer zijn.
 

11 jun

BARNABAS

Als het regent op St. Barnabas,
zwemt de oogst in een waterplas.
Schoonweer op op St Barnabee,
dan dansen alle boeren mee.
   
Valt op Sint_Barnabas veel nat,
zwemmen de druiven in het vat.
St. Barnabas,
maait het gras.
   
St. Barnabas die nooit de sikkel vergat,
heeft de langste dag en het langste gras.
Deze spreuk stamt van omstreeks het jaar 1000 van de Juliaanse kalender toen de langste dag op/rond deze datum viel.
 
 

13 jun

ANTONIUS VAN PADUA

Als op St. Antonius de zon schijnt,
veel zorg voor de boer verdwijnt.
St. Antonius nat,
de boer drinkt van verdriet zich zat.
   
St. Antonius schoon en helder,
vult vat en ook de kelder.
 

14 jun

BASILIUS

Staat op St. Basiel het koren schoon,
de boer geeft zijn land nog voor geen kroon.
 

15 jun

VITUS

Als het regent met St. Veith,
dan regent het zes weken in één tijd.
Zorg wel voor de kinderwiegen,
want met St. Vitus komen de vliegen.
   
St. Vitus heeft de langste dag,
St. Lucia (13 december) doet hem na met de langste nacht.
Deze spreuk stamt van omstreeks het jaar 1500 van de Juliaanse kalender toen de langste dag op/rond deze datum viel.
 
 

21 jun

 

 
Voor de langste dag, dan neemt de zee,
Na de langste dag, dan geeft de zee.
Over het algemeen is de temperatuur van het zeewater voor de langste dag relatief koud ten opzichte van de landtemperatuur. De meeste buien ontstaan dan ook op het land. Na de langste dag zijn de rollen omgedraaid en ontstaan de meeste buien boven het relatief warme zeewater.
 

24 jun

JOHANNES DE DOPER

Een landman trouw aan de mode,
mist met St. Jan zijn pels nog node.
Is op St. Baptist (=St. Jan) de hemel rein,
dan zal hij het ook in juli zijn.
   
Het weer van St. Jan,
houdt dertig dagen an.
Met St.Jan,
nieuwe aardappelen in de pan.
   
Plant men kool in mei,
ze worden zogroot als een ei.
Maar plant ze met St. Jan, 
dan worden ze zo groot als een wan.
De regen voor St. Jan,
brengt 's landmans zak de duit.
De regen na St. Jan,
haalt die er weer uit.
   
Met St. Jan,
melk in de kan.
Na St. Jan,
neemt de zee de buien an.
   
Als het regen op St. Jan,
regent het veertien dagen lang.
Na St. Jan,
neemt de zee het onweer niet meer an.
   
St. Jans regen,
is dertig dagen regen.
St. Jan,
is een regenman.
   
Als het regent op St. Jan,
dan regent het veertig dagen aaneen.
De regen van St. Jan,
de oogst bederven kan.
   
Voor St. Jan bidt men om regen,
daarna komt hij ongelegen.
St. Jans regen,
voor de oogst geen zegen.
   
Voor St. Jan moet men om regen smeken,
daarna regent het vele weken.
Als de linde bloeit met St. Jan,
is er koren met St. Jacob.
   
Als Johannes is geboren,
is het lengen der dagen verloren.
Met St. Jan,
slaat de eerste maaier an.
   
Met St. Jan de wind uit het noorden,
het goede weer is geboren.
Na St. Jan moet de koekoek zwijgen,
Anders is er niet veel goeds meer te krijgen
 

29 jun

PETRUS EN PAULUS

Als het op Sint_ Pieter schoon mag zijn,
dan drinken alle molenaars wijn.
Maar valt er regen,
het valt hun en de bakkers tegen.
Wanneer het St. Pieter is,
zorg dat de hoortijd ten einde is.
Want vissen doet hij zonder gena,
ofwel tevoren ofwel erna.
   
St. Pieter helder en klaar,
is een goed bijenjaar (ook wel: iemenjaar).
Zoals de wind op St. Pieter waait,
zo zit de wind voor 't jaar gedraaid.
   
Een regenachtige Petrus en Paulus,
is voor dertig dagen een gevaar.
Op St. Pieter zonneschijn,
dan drinke vrij de mulders wijn.
   
Een verzopen St. Pieter,
gebruikt nog lang zijn gieter.
Heet weer op St. Paulijn,
wat zal de landman vrolijk zijn.
   
Komen Petrus en Paulus met regenvlagen,
dan dreigt de regen dertig dagen.
Als St. Pieters haantje kraait,
komt regenweer ons toegewaaid.