WEERREGELS |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WEERBEELD06 OCCLUSIE PAGAGE: STRATOCUMULUS VAN HET SLECHTWEER TYPEOMSCHRIJVINGBij het naderen en overtrekken van een occlusie gelden aanvankelijk dezelfde regels als voor de situatie 01/02/03/04/05. Het verschil tussen een warmtefront of occlusie is vaak pas achteraf te bepalen. Na een warmefront passage volgt vaak een periode met motregen. Bij een occlusie passage breekt de bewolking sneller en volgen en stratocumulus en cumulonimbus met in de hogere luchtlagen ook cirrus en cirrostratus. Daarbij ook kans op een bui, mogelijk ook met onweer en de temperatuur is aan het oplopen. Trekt de kern van de depressie recht over, wat is op te merken doordat de luchtdruk vrijwel onveranderlijk blijft en de wind gaat liggen, dan kan ook de krul van de occlusie nog verwacht worden. De bewolking sluit zich weer en er gaan opnieuw buien vallen bij een toename van de wind uit west tot noord en stijgende luchtdruk. Deze situatie komt het meest overeen met situatie 09. Er is dan geen geen sprake van een koudefront, maar van het passeren van krul in de occlusie. Zie afbeelding rechts. Een verschil met een koudefront passage (situatie 10) is dat de lucht daar sterker opklaart en gelaagde bewolking meestal ontbreekt. Wel kunnen er ook cumulus-achtige wolken overdijven. TABEL
|