Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

WEERSPREUKEN

NOVEMBER


Bening, Simon; ca 1515; Da Costa Hours; Brugge
Morgan Library & Museum

GEDICHT

 

Gij blaren, rust in vree,
't zal geen een verloren,
geen een te kwiste gaan
voor altijd: herboren
die dood nu zijt,
zal elk van u, dat viel,
de zonne weer ontwekken,
zal met uwen groenen dracht
de groene bomen dekken
te zomertijd.

(Guido Gezelle)

Zo komt October in het land.
November is in 't generaal
Een stil en dromerig verhaal.
Een maand die met zacht weer ons zegent,
En nat is zonder dat het regent.
't Weer is doorgaans nog al knap;
De zon raakt in gevangenschap.
Toch tracht ze er nog door te boren,
En komt om 11 uur even gloren ;
Wordt dan in nevelen vocht en zacht
Des middags weer naar bed gebracht.
De 2de helft komt enkele malen
Ons op een echte vorst onthalen.
Dat komt de boeren op verliezen
Daar bieten in de grond bevriezen.
Gewoonlijk loopt het niet zo'n vaart
De winterjas wordt nog gespaard.

(P. de Haas)

 

 

WEERSPREUKEN NOVEMBER

De velden geschoren, 
de winter geboren.
Oktober vijs,
november grijs,
december ijs.
   
Staat in november het veld schraal,
dan is het in de zomer voor boeren schraal.
Na helder weer nu sombere mist,
heeft zeker ook nog vorst in de kist.
   
Vertoont november zich met snee,
't zal vruchtbaar zijn, ook voor 't vee.
De elfde maand van ’t jaar,
bij ’t vuur brengt al te gaar.
   
November heeft maar 30 dagen,
maar dubbel wind en regenvlagen.
November warm en fijn,
het zal een strenge winter zijn.
   
Wie houdt van wind,
november mint.
Als 't vriest in november,
sneeuwt 't in december
   
Als november 's morgens bloeit (mooi weer),
weet dat de storm 's avonds loeit.
In november hard begin,
in de winter zoet begin.
   
November heeft op de loer gelegen,
en komt tevoorschijn met veel regen.
November streng en koud, 
zich niet lang staande houdt.
   
Als in november 't water stijgt,
weet dat ge 't in de winter nog vaker krijgt.
Zwaait de winter in november al staf,
zijn rijk zal kort zijn voor straf.
   
Donder in november laat een goed jaar verlopen. Houden de bomen hun blaren lang,
wees voor een strenge winter bang.
   
Onweer laat in het jaar,
de vries is nog niet klaar.
Zijn droevig de novemberdagen,
de winter zal ons zeker plagen.
   
Volgt op de eerste sneeuw op regen,
dat houdt een koude winter tegen.
November met z'n regenvlagen,
brengt verkoudheid, jicht en andere plagen.
   
Bomen ontkleed,
mensen gekleed.
Als de R is in de maand,
is het weer niet altijd meegaand.
 

MERKELDAGEN

 

01 nov

ALLERHEILIGEN

Brengt Allerheiligen de winter aan,
dan doet Martinus (11 nov) de zomer staan.
Geeft Allerheiligen zonneschijn,
spoedig zal het winter zijn.
   
Allerheiligen is een waterke of winterke. Een Allerheiligen met zonneschijn,
geeft in de winter veel pijn.
   
Met Allerheiligen vochtig weer,
Sneeuwbuien volgen keer op keer.
Als het met Allerheiligen sneeuwt,
leg dan uw pels gereed.
   
Het nazomertje van Allerheiligen,
kan voor de winter niet beveiligen.
Brengt Allerheiligen winterweer,
tien dagen duurt dat zeer.
   
Houden de kraaien voor Allerheiligen school,
zorg dan voor hout en kool.
 

02 nov

ALLERZIELEN

Allerzielen zonder vuur,
spaart geen brandhout uit de schuur.
Sneeuw op Allerzielen, voorspelt een zacht voorjaar.
   
Allerzielens witte pelder,
maakt het voorjaar mild en helder.
Als Allerzielen zacht begint, 
volgen veel regen en wind.
   
Met Allerzielen wit gewemel,
in het voorjaar blauwe hemel.
 

06 nov

LEONARDUS

Het weer van Leonardusdag
blijft gewoonlijk tot kerstmisdag.
 

10 nov

 

 
Zuidenwind op de dag vóór St. Martijn,
't zal een zachte winter zijn.
 

11 nov

 

 
Als de ganzen op 11 november over de ijsschotsen gaan,
dan gaan ze met Kerst door de modder.

 

 

11 nov

MARTINUS VAN TOURS

Is het donkere lucht op St. Martijn,
zo zal het een zachte winter zijn,
maar is dag van St. Martijn helder,
de vorst dringt door tot menig kelder.
Als het nevelig is met St. Martijn,
dan zal de winter niet koud zijn,
maar heeft de Sint een witte baard,
dan blijft ons sneeuw nog ijs gespaard.
   
Al moet St. Maarten een mantel dragen,
hij moet toch wandelen in zomerse dagen.
Donkere St. Maarten,
lichte Kerstmis.
   
De Misse van St. Maarten,
brengt ons de winter in 't herte.
Als het blad niet valt voor St. Martijn,
zal 't een strenge winter zijn.
   
Staat met St. Maarten op 't ijs de gans,
zo houdt ze Kerstmis in 't water een dans.
Is om St. Maarten nog loof aan de bomen,
zo moogt ge van een strenge winter dromen.
   
Als op St. Maarten de ganzen op het ijs staan,
moeten ze Kerstmis door het slijk gaan.
Blad aan de bomen met St. Martijn,
dan zal het een strenge winter zijn.
   
Nevels in de St. Maartensnacht,
maken de winter kort en zacht.
Na het feest van St. Maarten,
krijgt de winter schone kaarten.
   
Wolken op St. Maarten, geven een onbestendige winter aan. St. Martinus warmte en regen,
brengt het zaad geen grote zegen.
St. Maarten zet zich met veel dank,
bij het haardvuur op de bank.
 

12 nov

LIVINUS

St. Lieven,
komt ons met vorst gerieven.
 

15 nov

LEOPOLDUS

Leopoldus die goed weder vindt,
blijft dat dagen goed gezind.
 

19 nov

ELISABETH VAN THÜRINGEN

St. Elisabeth doet ons verstaan
hoe de winter zal vergaan.
 

21 nov

MARIA PRESENTATIE

Maria's opdracht klaar en hel,
maakt de winter streng en fel.
Maria’s opdracht,
vaak ijs in de gracht.
 

22 nov

CECILIA

De dag aan St. Cecilia gewijd,
is de maatstaf voor de wintertijd.
 

23 nov

CLEMENS

Wintert het op St. Klemens fel,
dan wordt de lente klaar en hel.
 

25 nov

CATHARINA VAN ALEXANDRIË

Op St. Catharine sterkt de winter. St. Katrien komt in 't wit.
   
Vriest het op St. Katrien,
dan vriest het nog 6 weken nadien.
St. Katrien, verschijnt graag in een witte mantel.
   
Vorst op St Catharina,
dan vriest het zeven weken lang.
Sint Katrien, in het wit gekleed, 
zeven weken sneeuw ons leed.
   
St. Katrijn,
Gooit de koude steen in de Rijn.
Doet Catharina haar witte mantel aan,
ze blijft er zeven weken rond mee gaan.
   
Zoals de dag van St. Katrijn,
zal de laatste januari zijn.
 

29 nov

SATURNINUS

IJs op de dag van Saturnijn,
maakt korte mette met 't venijn.
 

30 nov

 

 
Novembers laatste noot,
vult altijd de sloot.
Novembers laatste noot,
valt altijd in de sloot.
 

30 nov

ANDREAS

St. Andreas,
sta op en vrees
St. Andries staat op met vries,
Hij slaat niet af voor Lichtmisdag (2 februari).
   
St. Andries brengt de vries,
St. Elooi (1 december) brengt de dooi.
Als St. Andries onder sneeuw moet bukken, 
zal dat jaar geen koren lukken.
   
Met St. Andries snee,
doet het koren wee.
St. Andries, spörreke piep!
vandaag zie ik u nog, maar morgen niet.
Door de sneeuw sneeuwt wel eens wat onder.
Met St Andries
worden de varkens vies.