Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

HEILIGENKALENDER

ALLERZIELEN

02 nov

Hemel, vagevuur en hel; een mooie drieluik met elk een eigen traditie. Die van het vagevuur begon pas echt leven, nadat deze door Odilo van Cluny (1 januari) in de 11e eeuw werd geïntroduceerd. Vagevuur: verwant aan de hel door brandend vuur om de ziel schoon te branden en daardoor tegelijk een voorportaal tot de hemel.
Met de opkomst van nieuwe sociale structuren en machten als steden en burgerij tegenover adel en stand was de tijd rijp voor nieuwe uitlaatkleppen. Zondaars zochten een middel om hun ziel van hun overleden dierbaren te kunnen reinigen en dat kon. Je kon nu de zonden van overledenen afkopen, in de katholieke kerk ook wel aflaten. Zo hoefde de ziel minder tijd in het vagevuur door te brengen om zijn ziel te laten schoonbranden. Aflaten kon je op verschillende manieren verdienen: bidden, giften aan de kerk; maar ook in daden voor het doel in bijvoorbeeld zieken- en armenzorg. Er kwamen zelfs aflaatverkopers met volmachten van de paus onder het motto: "Hoe meer geld in het kistje klinkt, hoe vlugger een ziel uit het vagevuur springt".
Tijdens de Reformatie haakten de hervormers af, maar de katholieken bleven de aflaten trouw. Gaandeweg werd Allerzielen gehouden na Allerheiligen, maar pas in 1915 werd het door de kerk verplicht gesteld. Tot dan toe was het een officieuze bedoening.
Met Allerzielen worden vaak de begraafplaatsen van overleden dierbaren bezocht. Er bestaat ook nog museum in Rome met brandmerken, wat geplaatst zou zijn door overleden zielen in kerkbanken, misboeken e.d. als verzoek om aflaten door kerkgangers en als waarschuwing dat het vagevuur wel degelijk bestaat