Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

WEERREGELS

REGELS VOOR ZOMERWEER VAN P.J. FETERIS

Deze weerregels zijn gebasseerd op bevindingen van de heer P.J. Feteris M.Sc, opgesteld in 1952, en met welwillende toestemming van de heer V.B. Feteris hier opnieuw gepubliceerd.

Elk van de regels beschrijven de omstandigheden van het weerbeeld met het waarschijnlijke verloop. Telkens wordt een verwijzing gegeven naar een vervolgregel. De enkele gevallen, die onder geen van de 23 weerstoestanden zijn onder te brengen, hebben meest betrekking op rustig, droog weer. Na enige tijd komt men altijd weer bij één van de weerregels terecht, die tijdig voor eventuele weersverslechtering waarschuwen.

nr

Buien

01
Bij buiig weer neemt de buiigheid in de loop van de dag sterk toe. Vaak is het eerst betrokken, soms met wat regen. Daarna klaart het geheel op, doch spoedig ontwikkelen zich stapelwolken (cumulus), die snel naar boven toe uitgroeien. Zij breken door een eventuele laag schaapjeswolken (altocumulus) heen en tenslotte vervagen de wolkentoppen tot een draderige massa (cumulonimbus). Spoedig zal de eerste bui vallen. De wind is tussen Z. en W., met zware windstoten als er een bui overtrekt. Het weer is koel. Hierop volgt regel nr. 02 of nr. 03.
   
02
's Avonds nemen de buien af en de hemel wordt helder. Dit voorspelt lang niet altijd weersverbetering. Draait op alle niveaus de wind een beetje naar het ZW. of Z. dan volgt een nieuwe achteruitgang over nr. 07 en nr. 10 (vooral als er veel windveren (cirrus) en schaapjeswolken (altocumulus) opkomen). Draait de wind langzaam verder naar W. of NW., dan volgt in het tijdvak mei t/m half juli meestal nr. 18, later in de zomer meestal nr. 06. Aan de zee is het 's ochtends tot ongeveer 11 uur zeer buiig, daarna houden de buien op. Hoe later in de zomer, des te groter de kans dat ze 's middags en 's avonds terugkomen. Vooral in september vallen aan de kust de zwaarste buien in de avond.
   
03
Houden de buien op een "ongewoon" tijdstip op en worden de stapelwolken kleiner, dan volgt voor de rest van de dag droog weer. Vaak is de verbetering van korte duur. Hierop volgt nr. 04 of nr. 09 en soms, als de bovenlucht vrij blijft van wolken nr. 06.
   
04
De buien houden op, maar de blauwe plekken tussen de stapelwolken (cumulus) raken geleidelijk vol met fijne schaapjeswolken (altocumulus) die in groepen of velden op een hoger niveau uit het ZW. of W. overdrijven. Boven is de wind slechts een weinig westelijker dan op het niveau der stapelwolken (cumulus). In vele gevallen loopt de wind zowel boven als beneden geleidelijk meer naar het ZW. of Z. terug en de stapelwolken (cumulus) breken door de laag schaapjewolken (altocumulus) heen. Spoedig volgen opnieuw buien met slagregen. Vaak onweer met harde windstoten. Bij het verschijnen van de schaapjeswolken (altocumulus) kan men rekenen op hoogstens 2 tot 4 uur droog weer. Zie verder nr. 01, nr. 02 en nr. 03.
   
05
Het weer is buiig met nu en dan slagregen. Achter de buien verschijnt in het W. een lange witte wolkenmuur langs de gehele horizon. Betekenis: Spoedig gaan de buien over in onafgebroken zware regen. Het weer blijft voorlopig zeer slecht. Vervolg bij nr. 01 of nr. 07.
   
06
Er verschijnen stapelwolken (cumulus), maar de toppen spreiden zich uit tot grove schaapjes wolken (stratocumulus) (verschil met nr. 01 of nr. 04). Dan komen er geen buien en het weer blijft goed. Hierop volgt nr. 11 of nr. 12. Bij NW.-wind blijft het koud en volgt nr. 18, voornamelijk in het tijdvak mei t/m half juli.
   
07
Wanneer in de vroege morgen reeds talrijke regenbuien vallen, verbetert het weer in de middag aanzienlijk. Indien de lage flarden, uit het W., komen en de hogere wolken uit het NW., volgt spoedig opklaring. Hierop volgt nr. 09 en daarna weer achteruitgang. Bij NW.- tot N.-wind in het tijdvak mei t/m half juli blijft het soms de hele dag koud en regenachtig. In dat geval gaat de verbetering erg langzaam (nr. 18). Hoe later in het seizoen, des te spoediger volgt na de N.-, NW.-wind het mooie weer.
   
08
Het weer was bij ZW.- tot Z.-wind regenachtig en onstuimig. De wind is nu zeer snel gaan liggen tot windstilte toe. ('s avonds mistbanken op het veld). Het is opgeklaard maar er zijn nog enkele grote stapelwolken (cumulonimbus) en (cumulus congestus). Doordat ze echter zeer langzaam overtrekken, is het moeilijk vast te stellen uit welke richting ze komen, vaak schuiven de wolken zelfs uit alle richtingen over elkaar. Nu en dan valt er een slagregenbui waarbij het soms weerlicht of onweert. Het weer zal niet verbeteren, want we bevinden ons midden in een depressiekerntje of tussen twee kerntjes in. Er zal spoedig storm uit het W. of NW. op steken. We komen bij nr. 05 of nr. 07 terecht en het weer blijft voorlopig zeer slecht.
 
 

Onbestendig weer

09
Het weer was de laatste tijd slecht met veel wind en regen. Er is nu juist een opklaring ingetreden en de wind is W. of NW. De lage wolken komen uit het W. of NW., de hogere uit het ZW. of W. Betekenis: kortstondige weersverbetering. De buien houden geheel op en de stapelwolken (cumulus) worden snel kleiner of verdwijnen geheel. Dit laatste is geen gunstig teken. Spoedig volgt opnieuw slecht weer (zie bij nr. 10). Gebruik de droge uren, die nog volgen!
   
10
Het weer was eerst buiig maar daarna gedurende enige uren droog met een sterke NW.- tot W.-wind. Er komen snel windveren (cirrus) en schaapjeswolken (altocumulus) uit het ZW. of W. opzetten. De lage wolken worden platter, komen eerst het uit NW. of W., maar later hoe langer hoe meer uit het ZW. of Z. Ook de wind draait geleidelijk naar ZW., of Z. terug. Spoedig volgt opnieuw regen, soms storm. Zie nr. 23, ook nr. 01, nr. 07, nr. 08 en nr. 22.
   
11
Het weer is droog en rustig. Vooraf was het warm bij Z.-wind of koud en droog bij NW.-, tot N.-wind. Stapelwolken (cumulus) uit het W. of NW. en windveren (cirrus) langzaam uit het ZW. Verwachting: droog weer gedurende de eerstvolgende dagen; eerst koel, daarna warmer. Later volgt nr. 13 of nr. 17.
   
12
Dezelfde weerstoestand als nr. 11, maar de stapelwolken (cumulus) komen uit het Z. en de winveren (cirrus) uit het ZW. of W. Soms zijn er vlokkige en verwarde schaapjeswolken (altocumulus), die uit ZW. tot W. opkomen. Let op de wind aan de grond. Draait deze van ZW. naar ZO. of O. dan is onweer te verwachten, vooral als het slechts één of twee dagen droog was en er voortdurend veel hogere bewolking bleef overdrijven. Dan volgt nr. 15, in het voorjaar soms nr. 20.
   
13
Na enige dagen mooi, onbewolkt weer is de wind van ZW. of Z. naar O. gedraaid en aangewakkerd, terwijl de aanvankelijk onbewolkte lucht een zeer gemengde vlokkige bewolking (altocumulus) gaat vertonen, die uit het ZW. overdrijft. Einde van het mooie weer. In de loop van de dag is onweer te verwachten (nr. 15 of nr. 17).
   
14
Het weer is warm en rustig en er is weinig wind, meest ZW. of Z., vaak ook W. (vooral aan de kust). Uit het Z. drijven schaapjeswolken (altocumulus) over in verschillende lagen. De bewolking is vaak zeer gemengd. Mooie zonsondergangen! Verandert noch de grondwind, noch de bovenwind van richting, dan blijft het weer de eerste 24 uur goed. Komen er grote stapelwolken (cumulus congestus) opzetten of is er neiging tot het zich vormen van een wolkenbank langs de gehele westelijke horizon, dan nemen de onweerskansen toe (nr. 12).
   
15
Komt er in het ZO. tot het ZW. een wolkenbank op, die steeds dikker wordt en waarin men zich de omtrekken van grote stapelwolken (cumulus congestus of cumulonimbus) ziet aftekenen, dan volgt er binnen een uur een onweersbui. De wind is reeds gaan liggen tot zelfs windstilte. Zeilers moeten snel de wal zien te bereiken. Verschijnt er een zeer donkere, dreigend uitziende wolkenrol, die snel nadert, terwijl de flarden een wervelende beweging vertonen, dan zal binnen enkele minuten een zware windstoot volgen. Verder nr. 16.
   
16
Na onweer volgt afkoeling met onstuimig weer. Gebeurt dit niet reeds na de eerste bui dan is er kans op een tweede. Veelal volgt de andere dag een nieuwe onweerstoestand. Zie nr. 12 of nr. 13. Uiteindelijk komen we altijd bij nr. 10 terecht. In mei en juni volgt heel dikwijls het tweede gedeelte van nr. 07.
 
 

Weersverbeteringen

17
Het weer is warm en drukkend met een neiging tot onweer. Veel grote dreigende stapelwolken (Cumulus congestus). De wind is zwak uit O. of ZO. Plotseling komt er een koele westenwind door. De stapelwolken (cumulus congestus) drijven naar het O. weg of lossen geleidelijk op. Het zal niet meer onweren. Blijft de bovenlucht vrij van wolken, dan volgt nr. 11. Komen er zowel windveren (cirrus) als schaapjeswolken (altocumulus), dan gaat het weer langzaam achteruit. Zie nr. 12. In het tijdvak mei t/m half juli volgt ook vaak nr. 18.
   
18
Het weer was eerst regenachtig of buiig, daarna is de wind naar het NW. of N. gedraaid. De lucht is met grote platte wolkenschollen (stratocumulus) bedekt of geheel betrokken. De wolken komen uit het NW. Het is koud en er valt nu en dan een heel lichte regen of motregen. Deze toestand is in mei en juni buitengewoon hardnekkig en blijft met ups en downs soms een week lang aanhouden. Bij verbetering, zie nr. 19 in mei en juni en in de rest van de zomer nr. 06 of nr. 11. Wordt de hemel geheel wolkenloos, dan volgt nr. 13 of nr. 17.
 
 

Noordenwind

19
Alleen voor mei en juni! Het weer was bij N.-wind koud en betrokken met weinig regen. De bewolking is afgenomen en de wind naar het NO. gedraaid. De lucht vertoont mooi-weer-stapelwolken (cumulus humilis) en windveren (cirrus), die beide uit een richting tussen N. en O. overdrijven. Draait de wind verder naar het O. dan volgt warmer weer. Hierna altijd nr. 20.
   
20
Alleen voor mei en juni! Het weer was koud bij N.- tot NO.-wind, daarna werd het warmer bij O.-wind. We zien echter, dat de wind geleidelijk weer naar het n. terug draait. Dit betekent opnieuw achteruitgang over nr. 18 en nr. 19 en guur weer. Wanneer er stapelwolken (cumulus) en dikke wolkenschollen uit het NW. opkomen, volgen er stuifregenbuien als de wind naar het NW. of N. draait. Zie verder nr. 01 of nr. 09. Het weer gaat steeds verder achteruit. Blijft de wind NO., -N., terwijl de bewolking toeneemt (hoge wolken uit het NO. en lagere uit het N.) dan volgt nr. 21 en zeer slecht weer.
   
21
Alleen voor mei en juni! De wind is van N. naar NO. gedraaid en de lucht is geleidelijk geheel betrokken. Spoedig regen, die lang duurt en soms zeer zwaar is. Klaart het na 6 a 12 uur regen op en wordt het warm, dan krijgen we toestand nr. 12 of nr. 17, maar in de meeste gevallen loopt het uiteindelijk toch weer op nr. 18 uit.
   
22
Voor de gehele zomer! Het heeft gedurende lange tijd onafgebroken geregend bij ZW.- of Z.-wind (in de voorzomer soms bij NO.- tot O.-wind). Houdt de regen op en wordt het zwoel, waarbij de temperatuur in de avond niet daalt, dan komt er een warme dag. Verbetering is vaak van korte duur. Vrijwel altijd volgt nr. 12, een enkele keer nr. 14 of nr. 17.
   
23
De wind waait krachtig uit richtingen tussen W. en ZW. en het is koud en somber weer. De zon verdwijnt achter "matglas". Deze toestand volgt op nr. 10. Verwachting: binnen een paar uur regen. Bij rustig weer voorspelt "zon achter matglas" niet altijd regen. Het weersverloop is dan zoals onder nr. 14 aangegeven. Na een periode van warm weer betekent dit de nadering van een onweersbui. Het is dan tevens heiig, nevelig en drukkend weer. Er volgt nr. 15 of nr. 17.