Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

WEERREGELS

WEERBEELD

19 ZEEWIND

OMSCHRIJVING

Een typische mooi_weer_situatie in hogedrukgebieden gedurende het voorjaar en de zomer. Het mag niet de hard waaien, dus meer dan matig mag de wind niet zijn en het moet overdag warm worden. De overheersende windrichting is hierbij aflandig, dus uit oostelijke richtingen voor Hollandse stranden. Dan zijn de temperatuurs verschillen tussen de opgewarmde lucht boven land en de relatief koele zee het hoogst om het tot zeewind te laten komen. Het verschil tussen de temperatuur boven land en boven zee moet minimaal 5°C bedragen.
De opwarming van de bodem op warme dagen door zon is niet bijster efficient. Alleen het bovenste deel van het zand of de aarde wordt warm tot heet. Al op enkele centimeters daaronder is het een stuk koeler. De oorzaak is een gebrekkige geleiding van het aardop-pervlak. Zolang de lucht warmer is dan het zand zal ook het zand warmte blijven opnemen. Maar er komt een moment dat het zand door de instralende warmer wordt dan lucht. Op dat moment staat de grond warmte af aan de lucht en wordt deze onstabiel. Er onstaat turbulentie waarbij de opgewarmde lucht stijgt en wordt aangevuld door dalende koelere lucht iets hoger boven het oppervlak.
Water is een betere warmtegeleider en vrijwel alle invallende straling wordt geabsorbeerd. Maar vanwege het grotere volume van de water-massa duurt het langer voordat deze opwarmd. Het uiteindelijke resultaat op een warme voorjaarsdag of in de zomer is een relatief koele zee en warm land.
Het resultaat van het bovenstaande proces is dat boven land de luchtdruk wat daalt en boven zee een weinig stijgt. Er komt dan een stroming op gang tussen de koele lucht met hogere luchtdruk en de warmere lucht met lagere luchtdruk. De luchtdrukverschillen liggen in de orde van hooguit een enkele hPa (mbar) en zijn dus klein. De wind gaat nu van zee waaien. Aanvankelijk eerst alleen dicht bij zee, maar de zeewind trekt daarna steeds verder het land op. In de opstijgende lucht boven het warme land kunnen cumulus wolken ontstaan.
Zeewind ontwikkelt zich het eerst op het strand rond 11 hr MEZT en een uur later is het zeewindfront tot 3 km in het binnen-land doorgedrongen. Omstreeks 15 hr MEZT is het front gevorderd tot op 30 km. Als de zeewind sterk genoeg is, bereikt deze pas omstreeks 19:00 hr MEZT een afstand van 50 km tot de kust.
Tijdens zeewind situaties is de lucht boven zee helder en onbewolkt. Immers daar daalt de luchtstroom en daardoor lost de bewolking op. Maar boven land verplaatst zich in ons land een cumulusband van west naar oost. Voor de cumulus uit is het in de zomer vaak zomers tot tropisch warm, maar als de zeewind doorkomt kan het gevoelig afkoelen en zo mening gepland barbeque partijtje voor de zwoele avond eindigen in een kille bibber gelegenheid. Een temperatuursdaling van 5 tot 10°C binnen 15 minuten is niet ongewoon kort na doorkomst van de zeewind.
Als in de loop van de avond het land verder afkoelt dan is het boven zee relatief warmer dan boven land. De luchtstroming keert dan om en wordt aflandig. Boven land is het helder en de bewolking bevindt dan boven zee. Blijft het hogedrukgebied zijn invloed op het weer houden, dan kan dit weerbeeld zich de volgende dag herhalen.
In ons land is de dikte van de cumulus bij een zeewindfront over het algemeen niet meer dan maximaal ongeveer 1 km.
Dit weerbeeld komt vooral voor bij situatie 14. Met deze situatie kan op het strand ook situatie 20 optreden.


Boven: Zeewindtfront nadert Maarssen in Utrecht,
Links: Zeewindfront van 1996-04-27 op satellietfoto; de witte band met bewolking over de provincies Noord- en Zuid-Hol-land.
Rechts: Hetzelfde zeewindfront in ani-matie (Meteosat 5). Het front wordt zicht-baar om 10:30 UTC en dringt door tot Mid-den-Nederland later op de dag. Klik op de foto om de animatie te starten.

TABEL

Element Neiging Verwachting Tijdsperiode Kans op Mogelijk
Wind
Draait naar de richting van de zee.

Zwak tot matig aanlandig in de loop van de dag.

afstand -.tijd)*
0 km - 11 hr
3 km - 12 hr
30 km - 15 hr
50 km - 19 hr

   
Zicht
Goed.
Goed.
     
Neerslag
Geen.
   

 

Enkele druppels in het binnenland.
Bewolking
Cu in lange band haaks op de windrichting.
Overtrekkend naar het oosten.
duur: 30 min.
 
Opklarend.
Temperatuur
Afkoeling.
Aan zee verkoeling; boven land sterke afkoeling van 5 -10°C.
binnen 30 min.
   
Luchtdruk
Stabiel.
Stijgend of stabiel.
     

)* afstand = afstand tot de kust; 0 = strand; tijd = gemiddelde doorkomsttijd in Midden Europese ZomerTijd.