Beweeg met de muis over de afbeelding om andere delen te bekijken
OMSCHRIJVING
In de polaire/arctische luchtmassa van situatie 11 en 12 kunnen ook troggen ontstaan, een uitstulping of een wat meer langgerekt gebied van lage druk. Deze drijven met de overheersende luchtstroming mee en kenmerken zich door een eveneens langgerekt cluster van buien. Voor de trog uit is het vaak helder, maar tijdens de passage van de trog leeft de buienactiviteit sterk op. De buienlijn verraadt zich als een massief wolkencomplex en ziet er duidelijk anders uit als de losse buien, afgewisseld met felle opklaringen uit situatie 11 of 12. Hierboven zien we de buienlijn als een langgerekte band van bewolking van het NE tot SW. De bovenzijde (N tot SW) is rafelig wat inhoudt dat de waterdruppels in de wolkentoppen bevriezen en het buienstadium hebben bereikt. Meer naar het zuiden is een volledige volgroeide Cumulonimbus te zien met een aambeeld.
De volgende fase is dat de aan de buien vooraf gaande lagere bewolking
gaat overheersen en dat het betrekt met onder andere Stratocumulus of Altocumulus en worden de hogere delen van buienwolken aan het oog onttrokken.
Dezelfde trog met buienlijn als hierboven, maar ongeveer een kwartier later. Voor de buien uit nemen de lagere wolken geleidelijk het zicht weg van de hogere wolkentoppen. In deze fase gaat er nu binnen 5 tot 15 minuten neerslag vallen.
Deze verslechtering houdt hooguit enkele uren aan. Als de trog gepasseerd is, treedt er weer een lichte verbetering op; met dien verstande dat het vorige overheersende buientype uit situatie 11 weer doorgaat. Het blijft dan aanhoudend koel of koud. Windstoten en onweer zijn niet ongewoon en in het winterhalfjaar kan de neerslag ook vergezeld van hagel en sneeuw. De neerslag intensiteiten wisselen sterk. Tijdens deze buien is het dan ook gevoelig kouder.
Bij minder sterk ontwikkelde depressies blijft het vaak beperkt tot dreigende Cumulus congestus (voorbeeld bij situatie 12), maar blijft het verder droog.
De komst van neerslag bij een flinke bui is eenvoudig af te leiden uit de bewolking. De scherpe overgang van de donkere buien-kraag met het grauwgrijze neerslag gebied is de grens waar de neerslag begint.
Vooraf kunnen enkele druppels vallen, maar de echte neerslag begint wat later. Door de snelheid van de bui en de trekrichting in te schatten, kan worden afgeleid hoelang het zal duren voordat de regen arriveert.