circ_algemeen

INLEIDING

De circulatietypen op deze pagina zijn afkomstig uit de "Klimaatatlas van Nederland" (KNMI, 1972). De indeling is afgeleid van de grosswettertypen, de hoofdgroepen van de grosswetterlagen. Doch het is in deze klimaat atlas niet de bedoeling geweest om de onderscheiden circulatietypen te behandelen, maar eerder om de gevolgen in kaart te brengen voor het Nederlandse klimaat.
In de beschrijvingen worden links voor verdere studie gegeven naar andere pagina's op onze site, met name voor de overeenkomende grosswetterlagen en de Noord Atlantische Oscillatie (NAO).

In de kaarten hieronder zijn de gebieden met hogedruk in roze aangegeven, gebieden met lagedruk in geel en de depressiebanen met rode pijlen.

NOORDCIRCULATIE
	Tussen een Atlantisch hoog en een continentaal laag wordt met een noordelijke luchtstroom koude arctische luchtmassa naar West Europa gevoerd. Zomer Koel en vaak bewolkt met verhoogde kans op signifikante neerslag. Winter Koud met heldere luchten afgewisseld door winterse buien. NAO Negatief Grosswettertypen Noordelijk circulatie

NOORDOOSTCIRCULATIE
	Er wordt continentale lucht uit Noordoost Europa of Scandinavië naar West Europa getransporteerd. De luchtdruk is hoog boven Engeland en Scandinavië. Deze lucht is over het algemeen droog. Zomer Warmer dan normaal en meer kans op zon. Winter Koud tot zeer koud, droog en helder. NAO Negatief Grosswettertypen Noordoostelijke circulatie

OOSTCIRCULATIE
	Boven Scandinavië bevindt zich een blokkerend hogedrukgebied en met een oostelijke luchtstroom wordt droge lucht aangevoerd. Zomer Warm tot zeer warm, droog en veel zon, helder. Winter Koud tot zeer koud, droog en veel zon, helder. NAO Negatief Grosswettertypen Oostelijke circulatie

ZUIDOOSTCIRCULATIE
	De luchtdruk is hoog boven Scandinavië en Centraal-Europa. De luchtmassa is droog. Zomer Warm tot zeer warm en droog, veel zon. Winter Koud, droog en kans op meer zon dan normaal. NAO Negatief Grosswettertypen Zuidoostelijke circulatie

ZUIDCIRCULATIE
	Tussen lagedrukgebieden boven de Atlantsiche Oceaan en hogedrukgebieden boven Oost-Europa wordt met zuidelijke winden overwegend droge lucht aangevoerd. Zomer Warm, maar wel kans op meer bewolking in de hogere luchtlagen. Verhoogde kans op onweer. Winter Zacht tot zeer zacht met kleine kans op meer neerslag dan normaal. NAO Onbepaald Grosswettertypen Zuidelijke circulatie

ZUIDWESTCIRCULATIE
	Er is op de Atlantische oceaan vaak sprake een flinke depressie activiteit en er wordt met zuidwestelijke winden vochtige lucht naar West-Europa gevoerd. Zomer Wisselend bewolkt met neiging tot boven normale temperaturen. Signifikante kans op regen. Winter Overwegend bewolkt met veel regen, winderig en zacht tot zeer zacht. NAO Positief Grosswettertypen Zuidwestelijke circulatie

WESTCIRCULATIE
	Er is op de Atlantische oceaan vaak sprake een flinke depressie activiteit en er wordt met westelijke winden vochtige lucht naar West-Europa gevoerd. Zomer Wisseld bewolkt met neiging tot beneden normale temperaturen. Signifikante kans op regen. Winter Overwegend bewolkt met veel regen, winderig en overwegend zacht. NAO Positief Grosswettertypen Westelijke circulatie

NOORDWESTCIRCULATIE
	Luchtmassa's kunnen van oorsprong arctisch of polair zijn maar ook subtropisch. In het eerste geval wordt de koude lucht boven het oceaanwater aanzienlijk opgewarmd. Soms is de lucht van subtropische oorsprong (Florida) en wordt via IJsland naar West Europa getransporteerd. De lucht koelt daarbij wel af, maar blijft vochtig. Zomer Koel en meer bewolking, verhoogde kans op regen. Winter Aan de zachte kant, kans op buiig weer en over het algemeen meer bewolkt dan normaal. NAO Positief Grosswettertypen Noordwestelijke circulatie

CIRCULATIETYPEN ALGEMEEN

INLEIDING

NOORDCIRCULATIE

NOORDOOSTCIRCULATIE

OOSTCIRCULATIE

ZUIDOOSTCIRCULATIE

ZUIDCIRCULATIE

ZUIDWESTCIRCULATIE

WESTCIRCULATIE

NOORDWESTCIRCULATIE