Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

STERRENHEMEL

STUCTUUR VAN DE MELKWEG

De Melkweg is een sterrensetelsel wat het meest weg heeft van een wagenwiel. Het is een platte schijf met sterren die als een draaikolk rond het centrum draait. In het centrum van de Melkweg bevinden zich de meeste sterren. Het centrum van de Melkweg bevat ook een krachtige bron die radiostraling uitzendt. Deze staat bekent als Sagittarius A (Sgr A). Mogelijk is dit een zwart gat.
De sterren in de Melkweg zijn niet gelijkmatig verdeeld, maar bestaan uit stromen of banen die spiraalarmen genoemd worden. Met radiotelescopen is de structuur van de Melkweg in kaart gebracht en werden de spiraalarmen zichtbaar gemaakt. In het figuur hieronder zijn de spiraalarmen van de Melkweg benoemd. De ruimte tussen de spiraalarmen is nagenoeg leeg.

Links: Tekening van de Melkweg gezien boven de noordpool van de Melkweg. Aangegeven zijn de spiraalarmen en de plaats van de zon. De Melkweg is ongeveer 100.000 lichtjaar in doorsnede en 10.000 lichtjaar dik. De zon bevindt zich in de buitengewesten van het zonnestelsel op ongeveer 30.000 lichtjaar van het centrum. (Afbeelding bewerkt naar NASA).
Boven: Schematisch overzicht met de lig-ging van de belangrijkste spiraalarmen in de Melkweg.

Bekijken we de Melkweg van opzij dan wordt duidelijk de verdeling van de sterren en de donkere gas/stofwolken zichtbaar. Deze gas/stofwolken bestaan voornamelijk uit waterstof en zenden de radiostraling uit waarmee ons Melkwegstelsel in kaart gebracht is. Uit de gas/stofwolken ontstaan steeds weer nieuwe sterren en gelden als kraamkamers van ons Melkwegstelsel.
Onze zon bevindt zich in één van de spiraalarmen. Om precieser te zijn, aan de rand van een spiraalarm; De Orionarm genaamd.


Fotocompositie van de Melkweg, gezien van de zijkant. Deze opname is vervaardigd door Alex Mellinger (D)

Open sterrenhopen bevinden zich vooral in de spiraalarmen terwijl de bolvormige sterrenhopen als een halo rond de Melkweg liggen. De opname van de Sombreronevel (M 104), rechts, illustreert dat duidelijk. Het sterren-stelsel is door wolk met blauwe bollen omgeven. Dat zijn de bolvormige sterrenhopen die als een halo rond de Sombreronevel liggen en zichtbaar gemaakt zijn met X-straling opgevangen door de Chandra röntgensatelliet.

DE MELKWEG IN DE VERREKIJKER

De Melkweg is het beste te zien in de late zomer/vroege herfst, de herfst en tijdens de late winter/vroege voorjaar. Gedurende de lente en de vroege zomer bevindt de Melkweg zich laag boven de noordelijke horizon en is dan nauwelijks zichtbaar. In de zomer en winter strekt de Melkweg zich uit van de zuidelijke horizon tot recht boven ons hoofd naar de noordelijke horizon. In de herfst zien we de Melkweg van het noordoosten via het zenit naar het noordwesten lopen. Gedurende de zomer kijken we nabij de zuidelijke horzon in de richting van het centrum waar zich de meeste sterren bevinden. In de winter is de band van de Melkweg wat zwakker, maar zeker zo interessant.
Wanneer we met onze verrekijker de Melkweg gaan scannen dan zal ons eerst en vooral opvallen dat op de diffuse band ven de Melkweg onmiddelijk al meer sterren te zien zijn dan daarbuiten. Verder zal het opvallen dat zich midden in de sterrenbanden ogenschijnlijk lege banen bevinden. Dat zijn geen sterloze zônes, maar uitgestrekte donkere gas/stofwolken hoofdzakelijk bestaande uit waterstof. De sterren daarachter kunnen we niet zien omdat het sterlicht tegengehouden wordt, zoals een gordijn voor het raam het licht van de straatlantaarn tegenhoudt. Op onze tochten door de Melkweg zullen we daar nog nader aandacht aan besteden.

De mythe over het ontstaan van de Melkweg wordt bij het sterrenbeeld Voerman beschreven, onder meer zichtbaar in november.

De Melkweg wordt in drie delen beschreven, al naar gelang de beste waarneemtijd. Hierbij is rekening gehouden met de avondverschijning en dat de Melkweg recht boven onze hoofden in het zenit staat of pal in vanuit zuiden en zicht recht over ons hoofd naar het noorden uitstrekt:

Late zomer en vroege herfst Boogschutter tot Zwaan
Herfst Zwaan tot Voerman
Late winter en vroege voorjaar Voerman tot Grote Hond
Voorjaar De Melkweg is niet goed waarneembaar.