Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

WEERREGELS

WEERBEELD

28 VORST AAN DE GROND (NACHTVORST)

OMSCHRIJVING

Nachtvorst is een verkeerd begrip voor een verschijnsel waarbij alleen vorst aan de grond optreedt. Alleen dan wanneer de temperatuur op klomp hoogte (15 cm boven de grond) onder het vriespunt komt, terwijl de temperatuur op waarnemings hoogte (1,5 m boven de grond) boven het vriespunt ligt, spreken we over vorst aan de grond. Vriest het ook op 1,5 m hoogte, dan spreken we over vorst. Worden er nachtelijke minima verwacht van omstreeks 3°C of lager op waarnemingshoogte, dan kan er vorst aan de grond optreden.
Bij vorst aan de grond treedt vaak rijpvorming op. Gras en lage gewassen zijn dan bedekt met een glinsterende ijskristallen. Ook bruggen, viaducten kunnen glad worden door rijp. Verder raken auto(ruiten) bedekt met zo'n laagje rijp en moet er in de vroege ochtendstond gekrabt worden.
Is de nachtelijk afkoeling aan de grond zo sterk dat ook de temperatuur op waarnemingshoogte onder het vriespunt geraakt, dan kan dat tot schade leiden aan bloesems en jonge vruchtafzettingen in het voorjaar. Daarom wordt er bij kans op nachtsvorst in boomgaarden gesproeid, zodat zich bij vorst een ijslaagje rond de bloesem of vruchtafzetting vormt. Dat ijslaagje vormt daarmee een schermende isolerend omhulsel tegen vorstschade.

Vorst aan de grond treedt vooral op bij vrijwel windstil en helder weer, in relatief droge lucht waarin weinig tot geen wolken voorkomen. Onder deze omstandigheden kan na zonsondergang het aardoppervlak beginnen met een gestage afkoeling. Zijn er wolken, dan wordt de door het aardoppervlak uitgestraalde warmte weer teruggekaatst en wordt verdere afkoeling voor een groot deel teniet gedaan. De uitgestraalde warme wordt vastgehouden.
De lucht dicht bij het aardoppervlak koelt door de warmte uitstraling van het aardoppervlak bij gunstige omstandigheden sterkt af. Daarbij geldt dat het vrijwel windstil moet zijn, want dan wordt de lucht aan de grond niet of nauwelijks gemengd met de wat hogere luchtlagen en kan de afkoeling ongestoord doorgaan. Daarbij wordt de koude luchtlaag steeds dikker.
Koude lucht is relatief zwaarder dan warmere lucht en daarom stroomt de koude lucht naar de laagste delen in het landschap. Dat kunnen dalen en kommen zijn, maar ook bosranden op hellingen.
Is de lucht zover afgekoeld dat er mist gaat ontstaan, dan is het dauwpunt bereikt en zal het in de vochtige lucht niet veel verder meer gaan afkoelen. De rijp zal zich dan daar gaan vormen waar de objecten door uitstraling onder het vriespunt gezakt zijn.

TABEL

Element Neiging Verwachting Tijdsperiode Kans op Mogelijk
Wind
Afnemend.
Windstil.
Nacht/vroege ochtend
   
Zicht

Helder.

Mistbanken.
Nacht/vroege ochtend
Zicht < 100 m.
 
Neerslag
Droog.
Rijp.
Tijdens vorst aand grond
Gladheid door aanvriezende rijp.
 
Bewolking
Geen.
Geen.
Nacht/vroege ochtend
Stratus in de ochtend.
Onbewolkt.
Temperatuur
Dalend.
Rond het vriespunt
Nacht/vroege ochtend
   
Luchtdruk
Onveranderdlijk.
Stabiel.
Nacht/vroege ochtend