In de nacht van, waarschijnlijk 18 op 19 november 1421, woedde er een zware storm. De stormvloed die daarvan het gevolg is (19 op 20 november), is van een uitzonderlijk vernietigende kracht en staat bekend als St. Elisabethsvloed. Het is deze stormvloed die aan de bakermat stond van de huidige Biesbosch. Rond de 2.000 bewoners verdronken en ongeveer 28 dorpen gingen ten onder. In de sage is dit aangedikt tot 72 dorpen.
Honderd jaar later nog staken kerktorens als verdwaasde pionnen boven het water uit en maakte de Italiaanse koopman Chrysostomus Neapolitanus omstreeks 1514 een rondvaart door het getroffen gebied. Hem werd het verhaal verteld van het kindje (Beatrix) in de wieg, waarop ook een kat zijn toevlucht gezocht had, niet ver van Dordrecht in woeste en wilde wateren kwam aandrijven. De vluchtelingen op de dijk vergaten even hun ellende toen deze het tafereel met aanstormende wiegje zagen. Samen met een krijsende kat, die het evenwicht van het wiegje trachtte te bewaren door, telkens als het wiegje dreigde om te slaan, naar de andere zijde sprong. De plaats waar de wieg op de dijk landde staat thans bekend als Kinderdijk. De sage hieronder komt uit: Legenden langs de Noordzee van S. Franke. Zutphen 1934, 119-120.
In Utrecht bestaat een variant op deze sage: Kindjeshaven en is als tweede versie hieronder opgenomen. Die sage komt uit: Utrechtsch Sagenboek van J.R.W. Sinninghe
HOE DE KINDERDIJK AAN ZIJN NAAM KOMT
Het was ten tijde van de St. Elisabethsvloed dat het gebeurde. Wild sloegen de golven over het lage land en overal werden de dijken weggevaagd alsof het papier was. Menschen en vee verdronken jammerlijk. Ach en wee geroep vervulde het land.
Maar wat geeft de zee om geweeklaag? Het water golft door de dijkbreuken en al wat het op zijn weg tegenkomt sleurt het mee. Werden er bij Dordrecht niet 72 dorpen verzwolgen! Veranderde het vruchtbare land niet in een uitgestrekte watervlakte! En liep het niet zoo dat daar waar eens leven en bedrijvigheid heerschte niets anders overbleef dan de Biesbosch met al zijn slaken en slenken, kreken en zeearmen?
Zeker, zoo is het gegaan in de dagen van de St. Elisabethsvloed. Niets bleef er over van de 72 bloeiende dorpen. Huizen en kerken, menschen en vee, alles werd door de zee verzwolgen.
Maar één wonder is er toen geschied.
Eén menschenleven is toen althans gespaard gebleven.
Zoo ver men zien kon golfde het water. Onafzienbaar ver rolden de golven. Alles wat er eens leefde lag er onder bedolven maar zie, wat kwam daar aandrijven? Die stip daar, dat ding dat zoo schommelde? Was het een wieg?
Zeker, het was een wieg en een klein rozig kindje lag er in. Het zoog op zijn duimpje en zijn blauwe kijkers blikten onschuldig op naar de grijze hemel.
Hoe kwam het dat de wieg niet kantelde? Hoe kon het gebeuren dat de golven er niet overheen spoelden?
Dat kwam door de poes die op de kap heen en weer sprong en het zonderlinge vaartuigje in evenwicht hield.
Vanwaar kwam de wieg en wat is er van het kindje geworden?
Niemand kan het zeggen maar de plaats waar de wieg aan land kwam heet nog heden ten dage de Kinderdijk.
KINDJESHAVEN
Als een herinnering aan een dier verschrikkelijke stormvloeden draagt een steegje aan de Neude te Utrecht nog de naam van Kindjeshaven.
In het hoekhuis was vroeger een gevelsteen uitgehouwen, waarop men een wieg zag met een kind erin, die door een kat werd rechtgehouden.
Op deze plek zou de wieg zijn aangedreven. Dit werd echter ook van andere plaatsen in de stad verteld.