Het verhaal gaat dat bijen bij Ambrosius als peuter slapend in de tuin in zijn open mondje een honingraat bouwden. Omdat zijn mondje overvloeide van de honing zou hij een groot redenaar worden. Ambrosius werd zo tot patroon van de imkers.
In zijn politieke loopbaan was hij eerst een verkiezingscontroleur bij verkiezingen van een nieuwe bisschop voor Milaan. Tot zijn stomme verbazing werd hij in een vlaag van volkswil zelfs tot bisschop gekozen. Zelf was Ambrosius nog niet eens gedoopt, maar zijn bestuurservaring en de volkswil om tegen verbrokkeling en ketterijen een tegenpool te vinden, maakten hem tot de man. Hij werd uiteindelijk adviseur van drie keizers, dwong ketters terug naar de kerk, schreef een aantal boeken over christelijke ethiek en vond de lichamen terug van twee Milaanse martelaren. Zijn kerkelijke rol heeft hij vooral aan zijn geschriften te danken. Een van zijn uitspraken over de visie tussen kerk en staat is: "De keizer staat in de kerk, niet erboven".
Ambrosius is één van de 8 kerkvaders. Hun geschriften vormen de basis van de theologische leer.