Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

HEILIGENKALENDER

APOLLONIA  (CA 248)

09 feb

Het standaardverhaal van een mooie vrouw van voorname afkomst met christelijk geloof en vrome omgang, waarvoor een adellijke of hooggeplaatste ambtenaar met heidense gebruiken graag het hof wil maken kennen we ondertussen wel. Ook de afloop kennen we: de gefrustreerde man in kwestie laat haar doodmartelen. Daarom nu een andere weg.
 Apollonia was niet mooi en ook niet van bijzondere komaf. Nog een manco: In Alexandrië waren er geen christen vervolgingen rond 248. Wel was er een economische crisis en daar moest natuurlijk een zondebok voor gevonden worden. Christenen werden al snel als veroorzakers aangewezen en nu had Apollonia de pech als verdeelster van aalmoezen in het middelpunt van de belangstelling te staan. Ze werd het huis uitgesleurd en spraakwaterval als ze was begon ze uit wijden over het christelijke geloof. Tegen het zere been van haar belagers. Haar gezicht werd zodanig bewerkt dat ze niet meer kòn praten. Haar gebit en kaken werden met ijzeren stangen aan gruzelementen geslagen. Ze was nu stil, maar wat te doen met deze vrouw? De brandstapel op! Maar ze vroeg bedenktijd op de vraag of ze alsnog de Afgoden wilde aanbidden. De bedenktijd gebruikte ze om het vuur flink te laten aanwakkeren en daarna sprong ze zelf het vuur op. Zo wordt je niet Heilig. Je moet gemarteld worden, niet jezelf omzeep helpen. Het probleem werd opgelost door te veronderstellen dat Apollonia door een Goddelijke ingeving de brandstapel opgeklommen is.
 Als attribuut geeft men haar een tang en een tand en ze wordt aangeroepen bij tandzeer, maar haar verering is tanende.